Italiaanse les:Leer Italiaans van
Leer Italiaans van
Learn Italian with Lucrezia met Memrise!
Leer Italiaanse woorden uit de video "In een banketbakkerij in Montesacro", met de moedertaalsprekers van het Italiaans van Memrise.
Leer Italiaanse woorden uit de video "In een banketbakkerij in Montesacro", met de moedertaalsprekers van het Italiaans van Memrise.
112 te leren woorden/zinnen
ho intenzione di andare in questa pasticceria
ik ben van plan om naar deze banketbakkerij te gaan
è periodo carnevalesco
het is carnavalstijd
assaggiate qualcosa con la crema?
proef iets met room?
è da poco che le facciamo ma vanno tantissimo
We maken ze nog maar kort, maar ze zijn erg populair
va bene
oké
buongiorno
goedemorgen; goedemiddag
benvenuto
welkom
il primo
de eerste gang
guardare
kijken
oggi
vandaag
girare
(rond)draaien
il quartiere
de wijk
andare
gaan
comprare
kopen
quindi
dus; daarom
vedere
zien
cogliere
vangen; betrappen
fare
doen; maken
succedere
gebeuren
aspettare
wachten (op ...)
la signora
de dame
allora
dan
vorrei
ik zou willen
piccolo
klein
semplice
simpel
come
hoe; als
fornire
verschaffen
la crema
de crème
chiedere
vragen
chiedersi
zich afvragen
così
zo; dus; zulk
grazie
dank u, dank je
anche
ook
volere
willen
solo
alleen; eenzaam
il prodotto
het product
vendere
verkopen
più
meer; meest
dire
zeggen; vertellen
cose così
zulke dingen
imparare
leren
nuovo
nieuw
certamente
zeker
la pasta
de pasta
bello
mooi
molto
heel; erg; zeer; veel
ora
nu
sano
gezond
proprio
echt; (mijn) eigen
il momento
het moment
la marmellata
de jam
di solito
meestal; doorgaans
lavorare
werken
la mattina
de ochtend
serio
serieus
devo
ik moet ...
perché
waarom; omdat
perciò
daarom, dus
la mano
de hand
mandare
(ver)zenden; (ver)sturen
ancora
nog (altijd); weer; meer
rompere
breken
togliersi
uittrekken
chiaramente
duidelijk
da
sinds; van, door
partire
vertrekken
logico
logisch
proprio qui
hier zo
dove
waar
del mattino
s ochtends
finire
eindigen
il lavoro
het werk; de baan
ci sono
er zijn
il pomeriggio
de middag
c'è
er is
il giorno
de dag
il lunedì
op maandagen
aperto
open
martedì
dinsdag
chiuso
dicht; gesloten
riposare
rusten
mille
1000
per te
voor jou
prendere
nemen; pakken
ultimo
laatstse
morire
doodgaan
moro
met donker haar
andiamo
wij gaan
pochi
weinig (telbaar)
portare
brengen; dragen; meenemen
durare
duren
rosso
rood
ma
maar
per niente
helemaal niet; totaal
ciao!
hallo; hoi; dag
salire
ergens op gaan; omhoog gaan
a casa
thuis
l'autobus
de bus
mangiare
eten
alla fine
tenslotte
gentile
teder
sentire
voelen; horen
sentirsi
zich voelen
vero
waar; juist
sperare
hopen
comunque
trouwens; hoe dan ook
sotto
onder
lasciare
achterlaten; laten (gebeuren)
positivo
positief
prossimo
volgend
presto
vroeg; spoedig
prestare
uitlenen
112 te leren woorden/zinnen
ho intenzione di andare in questa pasticceria
ik ben van plan om naar deze banketbakkerij te gaan
è periodo carnevalesco
het is carnavalstijd
assaggiate qualcosa con la crema?
proef iets met room?
è da poco che le facciamo ma vanno tantissimo
We maken ze nog maar kort, maar ze zijn erg populair
va bene
oké
buongiorno
goedemorgen; goedemiddag
benvenuto
welkom
il primo
de eerste gang
guardare
kijken
oggi
vandaag
girare
(rond)draaien
il quartiere
de wijk
andare
gaan
comprare
kopen
quindi
dus; daarom
vedere
zien
cogliere
vangen; betrappen
fare
doen; maken
succedere
gebeuren
aspettare
wachten (op ...)
la signora
de dame
allora
dan
vorrei
ik zou willen
piccolo
klein
semplice
simpel
come
hoe; als
fornire
verschaffen
la crema
de crème
chiedere
vragen
chiedersi
zich afvragen
così
zo; dus; zulk
grazie
dank u, dank je
anche
ook
volere
willen
solo
alleen; eenzaam
il prodotto
het product
vendere
verkopen
più
meer; meest
dire
zeggen; vertellen
cose così
zulke dingen
imparare
leren
nuovo
nieuw
certamente
zeker
la pasta
de pasta
bello
mooi
molto
heel; erg; zeer; veel
ora
nu
sano
gezond
proprio
echt; (mijn) eigen
il momento
het moment
la marmellata
de jam
di solito
meestal; doorgaans
lavorare
werken
la mattina
de ochtend
serio
serieus
devo
ik moet ...
perché
waarom; omdat
perciò
daarom, dus
la mano
de hand
mandare
(ver)zenden; (ver)sturen
ancora
nog (altijd); weer; meer
rompere
breken
togliersi
uittrekken
chiaramente
duidelijk
da
sinds; van, door
partire
vertrekken
logico
logisch
proprio qui
hier zo
dove
waar
del mattino
s ochtends
finire
eindigen
il lavoro
het werk; de baan
ci sono
er zijn
il pomeriggio
de middag
c'è
er is
il giorno
de dag
il lunedì
op maandagen
aperto
open
martedì
dinsdag
chiuso
dicht; gesloten
riposare
rusten
mille
1000
per te
voor jou
prendere
nemen; pakken
ultimo
laatstse
morire
doodgaan
moro
met donker haar
andiamo
wij gaan
pochi
weinig (telbaar)
portare
brengen; dragen; meenemen
durare
duren
rosso
rood
ma
maar
per niente
helemaal niet; totaal
ciao!
hallo; hoi; dag
salire
ergens op gaan; omhoog gaan
a casa
thuis
l'autobus
de bus
mangiare
eten
alla fine
tenslotte
gentile
teder
sentire
voelen; horen
sentirsi
zich voelen
vero
waar; juist
sperare
hopen
comunque
trouwens; hoe dan ook
sotto
onder
lasciare
achterlaten; laten (gebeuren)
positivo
positief
prossimo
volgend
presto
vroeg; spoedig
prestare
uitlenen
Leer Italiaans met lessen die zijn geïnspireerd op YouTube-content die jij leuk vindt.
Italiaanse video's over de onderwerpen die jij interessant vindt.
Leer nog sneller Italiaans
Tot Memrise-lessen gemaakt
Leer Italiaans met lessen die zijn geïnspireerd op YouTube-content die jij leuk vindt.
Italiaanse video's over de onderwerpen die jij interessant vindt.
Leer nog sneller Italiaans
Tot Memrise-lessen gemaakt
Memrise maakt meeslepende taallessen die zijn gebaseerd op duizenden video's met moedertaalsprekers van YouTube, TikTok en meer platforms! Wat je interesses en passies ook zijn: wij hebben een gepaste les voor je. Onze technologie haalt de belangrijkste woorden uit deze video's en verpakt deze in unieke taallessen om je te helpen je kennis van het Italiaans te verbeteren.
